Als neurodivergent persoon heb ik altijd een haat-liefdeverhouding gehad met het netjes houden van mijn huis. Ik kan niet worden vertrouwd om de hele dag sporadisch schoon te maken, omdat ik vaak afgeleid raken van de oorspronkelijke taak die ik aan het doen was. Als gevolg hiervan bewaar ik meestal schoonmaakspullen voor als ik super gestrest en overweldigd ben door de rommel. Wonen in een eeuwig rommelige ruimte gaf me het gevoel een mislukkeling te zijn, vooral als het mijn partner of huisgenoten frustreerde.
Ik dacht dat ik altijd deze beladen relatie met netheid zou hebben, totdat ik een keihard advies kreeg van mijn goede vriend Brie. We hadden elkaar ontmoet in een ADHD-ondersteuningsgroep en ik wist heel goed dat ze als moeder van twee kinderen veel afleiding had. In plaats van me uit te schelden over mijn neiging om afgeleid te worden tijdens het schoonmaken, bood ze gewoon een vriendelijk alternatief aan:
“Een schoon huis hebben is moreel neutraal. Je denkt er helemaal over na en maakt jezelf gek in het proces.
Dat was op dat moment niet zo logisch, dus Brie werkte het verder uit door haar te beschrijven wasroutine. Ze legde uit dat ze de kleren van haar kinderen niet opvouwde. Toen ze drie en vier waren, kon het ze niet schelen of hun kleding gekreukeld was, en ze zouden er waarschijnlijk toch vlekken op maken. In plaats daarvan had ze een vuilnisbak in de wasruimte waar ze kleding op maat sorteerde (omdat haar jongere kind indien nodig de kleding van hun broer of zus kon dragen, maar niet andersom). Ze had ook bakken voor het ondergoed en de pyjama van haar en haar man.
Dit systeem transformeerde de was van een uur lang in een was die ze in enkele minuten kon doen. Met dit voorbeeld dreef ze haar geloofssysteem naar huis: Het schoonmaken van de kleding was belangrijk; ze vouwen was dat niet.
Nu heb ik mijn schoonmaakroutine opnieuw ontworpen om te beslissen wat wel of niet nuttig is voor mijn huishouden. Ik heb de neiging om veel bakken in mijn huis te gebruiken om rommel van de vloer te houden. Vroeger zorgde ik ervoor dat het speelgoed van mijn hond altijd in een enkele speelgoeddoos in de woonkamer werd geplaatst. Nu zijn er een paar verschillende dozen door het hele huis om er altijd voor te zorgen dat er geen struikelgevaar is. In het voorbeeld van Brie is het moreel neutraal om 'één plek' voor het speelgoed te hebben; een veilig pad om te lopen is dat niet.
Het gebruik van bakken helpt me om delen van mijn routine te prioriteren op een manier die ik kan begrijpen. Ik heb een mand op het aanrecht waar ik dingen plaats die in andere kamers "horen". Dingen zoals zonnebrillen, telefoonopladers en reservesokken gaan in die prullenbak totdat ik een dag heb waarop ik tijd en energie kan besteden om ze op hun juiste plaats te zetten. Dit afvalbaksysteem zorgt ervoor dat mijn aanrecht een veilige plek is om maaltijden te bereiden, en bespaart mijn partner de frustratie van het leven in een rommelige ruimte.
Deze systemen zijn geen aanklacht tegen mijn onoplettendheid als neurodivergent persoon. Het is een manier waarop ik mezelf kan accepteren zoals ik ben, en uiteindelijk mijn huis een veiligere en aangenamere plek kan maken.