De Martin-whatsit en de Wyzie-dongle? Ja, er zijn namen voor deze methoden die zijn ontwikkeld om de duurzaamheid van stoffen te testen. Houd deze cijfers in gedachten de volgende keer dat u op zoek bent naar een nieuwe bekleding.
De Martindale-test omvat het wrijven van een stuk kamgarenwol in een cirkelvormige beweging op een vlak gemonteerde stof. Elke doorgang is één cyclus en het aantal cycli dat de teststof kan doorstaan voordat het uiterlijk verandert (zoals draadbreuk of pilling) is de slijtagewaarde. Aan het begin van de test worden om de 1.000 cycli gecontroleerd en als er geen slijtage zichtbaar is, wordt de stof nog eens 1.000 keer gewreven. Naarmate de test vordert, zullen deze intervallen soms toenemen.
De Wyzenbeek-test is de standaard in de Verenigde Staten en omvat een machine waarop de teststof strak over een frame wordt getrokken en vervolgens heen en weer wordt gewreven met een katoenen stof. Elke heen en weer gaande beweging wordt een "dubbele wrijving" genoemd en ze worden geteld totdat er twee garenbreuken zijn of de slijtage duidelijk zichtbaar is. Net als de Martindale-test worden controles uitgevoerd met intervallen van 1.000 wrijvingen of meer.
Dat is allemaal heel interessant, maar wat betekent dit voor de gemiddelde stoffen shopper? Overweeg de toepassing voor uw stof en raadpleeg deze nummers (situaties kunnen variëren):
Merk op dat hoe hoger het aantal wrijvingen, hoe duurder de stof ook is. Over het algemeen is alles met een slijtwaarde van meer dan 50.000 voor beide tests te veel, vooral voor residentieel gebruik.