Je hebt je dagelijkse dressoirs en bureaus op pat. Misschien weet je zelfs de weg rond een chaise of een opklapbed. Maar hoe zit het met deze lastige meubelnamen? Weet u wat deze voorwaarden betekenen? Test jezelf!
EEN. Een bed met uitschuifbare opbergpanelen eronder.
B. Een bed op wielen dat onder een ander rolt.
C. Een bed voor kinderen dat zich in lengte aanpast om groeispurts op te vangen.
D. Een gewatteerde vloermat bedoeld voor middagdutjes buiten.
EEN. Een kast die een kast combineert met laden en een bar om op te hangen.
B. Een gestoffeerde, ronde stoel betekent een kleedruimte.
C. Een kast met ondiepe planken om schoenen te stapelen.
D. Het frame waaraan men een wasmand hangt.
EEN. Een draagbare opstap met twee of meer risers.
B. Een opbergkast speciaal bedoeld voor het opbergen van porselein en glaswerk.
C. Een kast met gaasdeuren om koel voedsel te beschermen.
D. Een ladekast met boven gestapeld rekken.
EEN. Een lage stoel of kruk
B. Een lampenkap met decoratief borduurwerk of ruches.
EEN. Een lange, smalle kruk ingesprongen om plaats te bieden aan een ingang.
B. Een gelaagde kar op wielen.
C. Een lage bank zonder armen.
D. Een opvouwbare scheidingswand met cubbies om decoratieve objecten te plaatsen.
EEN. Een decoratieve uitsparing boven een deurkozijn.
B. Een stoel met een open arm, zichtbare structuur.
C. Een bureau met een klapdeksel dat sluit.
D. Een lamp die aan de muur wordt bevestigd en een lamp met een enkele arm vasthoudt.
EEN. Een nachtkastje met drie laden
B. Een bank met drie of meer zitkussens.
C. Een lage, ronde tafel.
D. De naam van een MidCentury-bankfabrikant.